Vanaf een maand of vijf, zes is een baby toe aan bijvoeding. Of je nu yoghurt, fruit of pap geeft, voeg geen suiker toe. Je kind heeft het niet nodig en het kan tandbederf (
klik hier voor meer info) veroorzaken.
Kauwen
Leer je kind kauwen, bijvoorbeeld door korstjes brood te geven, zodra de eerste bijvoeding wordt geadviseerd. Kauwen is goed voor de ontwikkeling en versteviging van tandvlees en mondspieren. Rond de negen maanden kan het voedsel langzaam aan wat minder fijn worden gemaakt; ook dit stimuleert de kauwfunctie. Rond het eerste levensjaar kan het kind dan zo'n beetje met de pot mee-eten.
Tussendoortjes
Let erop dat je naast de vaste eetmomenten niet teveel tussendoortjes geeft, zeker niet met suiker erin. Beperk de tussendoortjes tot twee, hooguit drie keer per dag.
Tip:
Als je kind tussen door trek heeft, kun je een gezond tussendoortje geven. Producten die van nature geen suiker bevatten zijn er in allerlei variëteiten: crackers, soepstengels, rijstwafels, stukjes komkommer etc.
Drinken
Ook voor drinken geldt dat het aantal tussendoortjes moet worden beperkt. Laat een kind niet voortdurend rondlopen met een flesje gevuld met limonade of iets anders zoets. Thee of water is een goed alternatief. Ook het laten inslapen met een flesje sap, melk of iets anders is af te raden, omdat het tandbederf kan veroorzaken.
Als de baby rond de negen maanden is, kan overgegaan worden op de tuitbeker. Het uit een beker drinken bevordert het slikgedrag en de ontwikkeling van de kaken en mondspieren.
